Lotgenoten: De verhalen achter de aanslag in Zaventem

Bijna een jaar na de aanslagen van 22 maart 2016 brengt Julie Colpaert in Lotgenoten in twee afleveringen de verhalen van gewone mensen die midden in de chaos van Zaventem en Brussel zaten. Pakkende getuigenissen die tot nu weinig gehoord werden van personeelsleden van de luchthaven, van hun familieleden die heel de dag angstig op nieuws wachtten en van de militairen die het gebouw moesten bewaken.

Over de daders en hun motieven wordt niet gesproken. Maar de getuigen spreken wel over de eerste schok, de schrik die ze hadden vlak na de klap en vooral de solidariteit die die dag tussen de slachtoffers en nabestaanden groeide. Allemaal hebben ze mekaar geholpen.  Een jaar na de aanslagen is de verbondenheid onder de lotgenoten nog altijd enorm.

Veel verhalen drijven nu pas een jaar na de aanslagen boven. Zoals dat van de militairen die bivakkeerden op Zaventem en de eerste waren die hulp konden bieden na de explosies. “Je zag alle mensen naar buiten lopen. Op dat moment denk je: zij gaan naar buiten. Ik ga naar binnen”, zegt militair Cedric. Hij had net een nachtelijke bewakingsronde achter de rug, en ging slapen toen hij een eerste knal hoorde. Hij en zijn collega Nick hadden plots twee opdrachten: controleren of de luchthaven veilig was – misschien liepen er nog gewapende terroristen rond – en eerste hulp bieden aan de tientallen slachtoffers.

Ook na de schok van de explosies bleef de schrik groot bij de overlevenden. Check-in bediende Liliane bleef zich na de knal verschuilen achter haar desk. “Elke beweging was verdacht. Dan denk je: hoe raak ik hier weg. Dan wacht je gewoon op de man met de mitraillette die komt om je af te schieten. Het enige wat ik kon doen, was stil blijven liggen, niet bewegen.”

Liliane kwam zonder schrammen weg, maar bagagedragers Abdallah en Martinez werden allebei zwaar gewond aan hun benen. Ook zij dachten dat hun einde nabij was. “Het eerste idee dat ik had, is dat het mijn laatste dag was. Dat ik ging sterven”, zegt Abdallah die wakker werd in een hospitaal zonder been, dat moest worden geamputeerd.  Abdallah’s vrouw Loubna bleef heel de dag zonder nieuws. Ze rijdt zelf naar de luchthaven, maar raakt niet tot bij het gebouw. Bezorgd begon ze zelf alle ziekenhuizen in het Brusselse af te gaan op zoek naar haar man.

Voor Eddy stopte die dag om 08.00 zijn wereld, zegt hij nu. Hij verloor zijn vrouw Fabienne, ook een check-in bediende en een collega en vriendin van Liliane. Fabienne was één van de eerste slachtoffers die kon worden geïdentificeerd. Geen moment laat hij sindsdien onbenut om de herinnering aan zijn vrouw levendig te houden. En hij ijvert voor meer nazorg voor alle slachtoffers en nabestaanden. Zij zoeken mekaar veel op, de aanslag maakte hen echte lotgenoten.