Seks in gevangenis blijft taboe

De psychologische en seksuele gezondheid in onze gevangenissen kan een stuk beter. Seksualiteit is een cruciaal onderdeel van ons welzijn, maar blijft te vaak onderbelicht. Dat stellen VUB-professor Johan Vansintejan en Dokter Glenn Boulanger na een rondvraag in 10 Belgische gevangenissen. Meer dan een kwart van de gedetineerden zegt dat hij niet zou praten over seksuele problemen of misbruik. Hierdoor krijgen de gevangenen vaak niet de hulp die ze nodig hebben. Dr. Boulanger pleit dan ook voor het bespreekbaar maken van seksuele gezondheid en een normale seksualiteitsbeleving in onze gevangenissen, los van seksuele dwang. Dat blijft voorlopig moeilijk, want het taboe is groot.

Uit de gegevens van 122 mannelijke gedetineerden die deelnamen aan de bevraging van Dr. Boulanger, blijkt dat de seksuele nood achter de tralies niet vermindert. “De seksualiteitsbeleving is voor mensen in de gevangenis even belangrijk als voor mensen erbuiten”, zegt dr. Boulanger.

Gevangenen met vaste relatie gelukkigst

Meer dan de helft van de respondenten masturbeert minstens wekelijks, terwijl een derde even vaak naar pornografisch materiaal kijkt. “Mannen die vaker masturberen, zijn zeker niet meer tevreden over hun seksualiteitsbeleving in de gevangenis”, legt dr. Boulanger uit, ”Het zijn degenen met een vaste partner die over het algemeen het gelukkigst zijn over hun seksleven. Daarin speelt het ongestoord bezoek een belangrijke rol”. Onder specifieke voorwaarden kan een gedetineerde minstens eenmaal per maand, gedurende twee uur bezoek ontvangen in een kamer zonder toezicht. Driekwart van de gedetineerden is het eens dat die momenten een positief effect hebben op relaties en op hun welzijn in de gevangenis.

Seks met medegedetineerden

Ongeveer 6,7% van de respondenten zegt ooit vrijwillig seksueel contact gehad te hebben met een medegedetineerde. In het merendeel zijn dat homoseksuele mannen. “Het is een manier om de seksuele nood in te lossen. In relatief zeldzame gevallen, dient seks ook als ruilmiddel voor drugs, voedsel of zelfs bescherming”, aldus dr. Boulanger.

Hoge drempel voor partners

Toch zijn er behoorlijk hoge drempels voor een partner die een ongestoord bezoek wil brengen. Vooral het gevoel van stigmatisatie blijkt een groot struikelbok. Gedetineerden getuigen dat overbodige contacten met andere bezoekers, personeelsleden of zelfs andere gevangenen, hun partners een onbehaaglijk gevoel bezorgen. Bovendien is de moeilijke bereikbaarheid van de gevangenis een heikel punt voor ongestoorde bezoeken. Dr. Boulanger pleit daarom voor een verlaging van die drempels: “Alleen zo zal de druk op de relatie verminderen. Een relatie in stand houden, draagt bij tot een betere mentale en fysieke gezondheid van zowel de gedetineerde als zijn partner”.

Sekswerkers zijn heikel punt

Streven naar de best mogelijke gezondheid, is een algemeen basisrecht. De Wereldgezondheidsorganisatie rekent daar de seksuele gezondheid bij: “Dat betekent niet alleen bescherming tegen seksueel geweld, maar ook veilige seksuele contacten en relaties kunnen aangaan. Vooral dat laatste ligt moeilijk voor gedetineerden”, stelt dr. Boulanger.

Gevangenen zonder vaste relatie trachten aan hun trekken te komen via prostituees. 4,2% van de gedetineerden heeft al een prostituee ontvangen voor het ongestoord bezoek. Hiervoor moeten de gevangenen eerst een omweg maken, omdat ze geen beroep mogen doen op sekswerkers. De regelgeving is namelijk streng: een gedetineerde moet een relatie van zes maanden kunnen aantonen, voordat hij in aanmerking komt voor een ongestoord bezoek: “Het gebeurt regelmatig dat gevangenen net zo lang contact opnemen met een prostituee, tot zij recht hebben op ongestoord bezoek”, legt dr. Boulanger uit.

Seksueel geweld of dwang komt voor in onze gevangenissen. 6% geeft aan dat hij ooit gedwongen werd tot seksuele handelingen. Maar omdat bijna 1 op 4 gevangenen aangeeft niet te praten over seksuele problemen blijven veel slachtoffers onder de radar “Net daarom is het zo belangrijk dat seksualiteit in gevangenissen bespreekbaar wordt”, besluit dr. Boulanger.