Op maar zo’n duizend autokilometers ligt de kleinste maar oh zo mooie Italiaanse provincie Valle d’Aosta verstopt tussen de hoogste Alpenpieken. Omdat het bij de grens van Zwitserland en Frankrijk ligt heeft het een interessante mengcultuur; men spreekt er Italiaans en in het algemeen ook Frans. Je ziet het ook terug in de gerechten die op tafel verschijnen; fondue, een pizza met truffel, ambachtelijke ham, men draait zijn hand er niet voor om in Valle d’Aosta! En: het is de zonnige kant van de Alpen!

Het is heerlijk wandelen hier. Er zijn diverse routes die via allerlei historische paden en wegen voeren. Treed bijvoorbeeld eens letterlijk in de voetsporen van de Romeinen en neem de Cammino Balteo. Of voor de meer gevorderde wandelaar de Via Francigena, die zowel langs de hoogste bergpieken als de lieflijke dalen van Valle d’Aosta voert.

Ver weg van de drukte

Valle d’Aosta is -vreemd genoeg- nog relatief onbekend en het is daardoor een rustige zomerbestemming. Geen grote menigten, geen extreme drukte, gewoon genieten. De gezelligheid kan je opzoeken in de dorpjes en steden, zoals in Aosta-stad. Zoek je de rust en de natuur, dan wacht de hele regio met zijn schitterende berglandschappen, meertjes en natuurgebieden erop om ontdekt te worden, zoals het Riserva naturale del Lago di Villa, of het Gran Paradiso National Park. Het enige dat je af en toe hoort is het geluid van de bergmarmotten en het geruis van de vele bergbeken, of het geklok van koeienbellen! Actieve vakantievierders kunnen hier hun hart ook ophalen: mountainbiken (maar dan echt!), of e-biken voor wie ook wel eens hoogtemeters wil maken zonder direct de conditie van een profwielrenner te hebben… Hiken naar boven de boomgrens, klimmen, raften, het kan allemaal.

Onderweg zijn er tot op grote hoogte berghutten (‘refugio’s’) waar ook overnacht kan worden. Ook zal je verstilde dorpjes, kapellen en kerkjes tegenkomen die op een hele bijzondere manier opgaan in het landschap.

Aosta stad, het ‘Rome van de Alpen’ met een unieke historie

Voor wie de gezelligheid van een Italiaans stadje wil opzoeken, is Aosta-stad echt een aanrader: de charmante hoofdstraat telt vele kleine winkeltjes en die typisch Italiaanse banketbakkers-annex-koffiezaken waar je met een verrukkelijk taartje en heerlijke koffie de zomerse dagen beleeft. Of even verderop flaneren met een ambachtelijk gemaakt ijsje. of toch maar een Aperol Spritz in het zonnetje. En dat tegen een zeer vriendelijke prijs. Je zult steeds aangenaam verrast zijn in Valle d’Aosta als het tijd is om af te rekenen.

Qua geschiedenis is Aosta een heel bijzonder stadje, met een lange Romeinse geschiedenis. Het is vernoemd naar keizer Augustus, die er een triomfboog oprichtte waar je heden ten dage gewoon omheen rijdt op een rotonde. Aosta was een stad van grote strategische betekenis voor de Romeinen, het vormde min of meer de toegangspoort naar Gallia. Niet alleen loopt de hoofdstraat -zomaar achteloos lijkt het – door een grote Romeinse poort, ondergronds verschuilt zich ook nog een compleet galerijcomplex, de Cryptoporticus van het vroegere Forum. Daarbij zijn er nog meer historische gebouwen als kloosterkerken, zoals de Sant’Orso kerk met zijn beroemde Middeleeuwse galerij. Aosta telt ook een heus Romeins amfitheater waar ook nu nog wel eens voorstellingen plaatsvinden.

Kortom, Valle d’Aosta is een hele bijzondere bestemming met een groot scala aan activiteiten en bezienswaardigheden waar je je geen moment zult vervelen en -niet onbelangrijk- helemaal uitgerust van terugkeert.