Twee seizoenen in één

Valle d’Aosta heeft enkele zeer hoog gelegen skigebieden, in sommigen kan je zelfs in hoogzomer skiën op de gletsjer. Het contrast met de naderende lente in de lager gelegen gebieden is heel bijzonder.

Noord Italië met een vleugje Franse charme

Net over de grens met Zwitserland én Frankrijk ligt de kleinste Italiaanse provincie genaamd Valle d’Aosta, op zo’n 1.000 kilometer vanaf de Lage Landen. Je merkt het gelijk bij aankomst: de charmante mengeling tussen de Franse en Italiaanse kant geeft het gebied een geheel eigen karakter.  De meeste locals hebben Italiaans als eerste taal maar spreken ook Frans. De vriendelijke flair is ook terug te vinden in het eten, de wijn en in de boetiekjes en winkeltjes. Ook het prijsniveau is sympathiek te noemen. 

Skiën op de berg, lente in het dal

Het is nog steeds mogelijk om te skiën in de hoger gelegen gebieden. De combinatie met de opkomende lente maakt het alleen maar extra speciaal. In Breuil-Cervinia kan er op 3500 meter hoogte zelfs tot in juli en augustus geskied worden! Ongeveer 25 km piste bij Plateau Rosà staat je tot in de hoogzomer tot je beschikking.

De lente laat zich zien

In de lager gelegen gebieden is de lente al volop in aantocht en beginnen de bloemen te ontluiken en de koeien laten zich het verse alpengras goed smaken. 

Zeg je Valle d’Aosta, dan zeg je: prachtige natuur en een schitterend landschap. Een van de beste manieren om deze te ontdekken in de lente en de zomer is natuurlijk gewoon: wandelen! zoals hier bij Chamois. Een dorpje dat uitsluitend bereikbaar is per kabelbaan of te voet. Geen auto te zien dus en daardoor omgeven door de weldadige rust van vroeger tijden.